- Titel(s):
-
Zeeslag op de Noordzee in juni 1696
- Objecttype:
-
prent
- Objectnummer:
-
jc 1078
- Omschrijving:
-
Gravure van E. Chavanne (graveur tot 1850) naar aanleiding van een schilderij van Jean Antoine Theodore Gudin (1802-1880). De prent toont een historisch tafereel: de overwinning in 1696 van de Duinkerker marinecommandant Jean Bart (1650-1702) op de Hollandse vloot. Deze overwinning was één van Bart's grootste triomfen in de Negenjarige Oorlog. Het was tijdens de Romantiek niet ongebruikelijk contemporaine gebeurteniseen te verbeelden met historische taferelen: vergelijk: de Roof van de Sabijnse Maagden van David of het Slavenschip van William Turner. (Hoogstwaarschijnlijk hoorde deze prent in een boek en diende als illustratie) Bart, Jean (Duinkerke 21 okt. 1650, aldaar 27 april 1702), was de vermaardste der Duinkerker kapers. Nadat Duinkerke in 1662 Frans was geworden trad hij, 16 jaar oud, in Nederlandse zeedienst en nam deel aan de tocht naar Chatham. Toen in 1672 de oorlog tussen Frankrijk en Nederland uitbrak, keerde hij terug naar Duinkerke. In Franse dienst onderscheidde hij zich blijkbaar zo, dat hij ondanks zijn niet adellijke afkomst in 1679 luitenant werd, in 1686 commandant van een fregat en in 1689 commandant van een groot oorlogsschip. Zijn grootste triomfen vierde hij in de Negenjarige Oorlog (1688-1697). Hij bracht de Nederlands en engelse handels- en vissersvloten aanzienlijke schade toe. Zelfs legde hij Lodewijk XIV een schriftelijk plan voor tot stelselmatige vernietiging van de Hollandse handel in de Noordelijke wateren. Zijn belangrijkste wapenfeiten waren de de doorbreking van de vijandelijke blokkade van Duinkerke in juli 1691; de verdediging van de stad tegen Nederlandse en Engelse bombardeerschepen, branders en helse machines (sept. 1694 en aug. 1695); het gevecht bij Texel op 29 juni 1694) toen hij een korenvloot uit de Oostzee, die Frankrijk van de hongersnood moest redden, uit de macht van een sterker Nederlands eskader bevrijdde en behouden naar het vaderland bracht. Jean Bart onderscheidde zich zowel door persoonlijke moed en aanvoerdersgaven als door strategische en tactische bekwaamheden. Lodewijk XIV verhief hem in 1694 in de adelstand en benoemde hem in 1696 tot eskaderchef van de provincie Vlaanderen. Op grond vande Memoires van zijn strijdmakker Claude de Forbin is de legende ontstaan, dat Jean Bart een onbehouwen plebejer was, die zich aan het hof aan koning noch edelman stoorde. Tijdens de Franse revolutie gold hij als het prototype van de sansculotte. In werkelijkheid was hij een schrander man met grote tegenwoordigheid van geest, die zich aan het hof zo correct mogelijk gedroeg. ( zie verder aanhechting gele kaart)